1. Zo hebt gij dan in de canon gelezen dat er geen eeuwige verdoemenis is, en dit hebt gij gelezen in de tweede canon, de zuivere. Zo loopt dan alle dood op vernietiging uit. Maar ik zeg u : Kent gij de geheimenissen van Radth ? Er zijn dus wel degelijk uitzonderingen op de regel. Hebt gij dan niet gehoord dat de Heere de vijand heeft gemaakt voor de vernietiging ? Ja, de Heere zal zijn macht vernietigen, en zijn zonde, en zal zijn trotse bewustzijn verlagen, en doen wegzinken in dronkenschap en slaap. Maar na deze dagen zal de Heere hem als in een geheimenis een nieuw bewustzijn geven, en dit bewustzijn zal groeien tot in alle eeuwigheden. En deze dingen zijn moeilijk te verstaan, en vele lieden zullen deze dingen verdraaien tot hun eigen verderf. Kent gij de geheimenissen van de Beker van Christus ? Ziet, deze zijn heilig, en zoals de tweede canon al had gesproken : de tweede hel zal verschrikkelijker zijn dan de eerste. Want de eerste hel was verbonden aan een canon die onzuiver en onwaardig was, en daardoor ongeldig. En velen hebben zich door deze geschriften laten beangstigen. De tweede hel is echter erger dan de eerste, want alhoewel het oude bewustzijn geheel zal wegzinken, zal er een nieuw bewustzijn opkomen. Wat dan, is God dan een pijniger ? Absoluut niet. De Heere Heere is een God van list en sluwheid, en brengt allereerst slaap en dronkenschap. Zo is Hij dan een God van genade. Maar Zijn rechtvaardigheid straft de zonde.
2. Wat dan, zullen deze dingen ons dan opnieuw beangstigen ? Volstrekt niet, want gij die in Hem blijft zijt door het bloed van Christus zalig verklaard. Alle hel is slechts voor even in het licht van de eeuwigheid, en weegt niet op tegen de heerlijkheid die ons geopenbaard gaat worden. Wie zijn dan de vijanden van God ? Zij zijn door hem gemaakt, en ziet, zij zijn eeuwig. Zo hoeft een kind des Heeren niet bang te zijn om voor eeuwig te branden. De Beker van Christus heeft het zelfs niet over gevallen engelen die besproken werden, want zij hebben eerst de Heere lange tijd gediend, en waren volstrekt geen vijanden. Maar de Beker heeft het hier over hen die als vijanden zijn gemaakt, en zij zullen voor eeuwig branden in groeiend bewustzijn, ja, zelfs in groeiende pijn, omdat de Heere hen daartoe gemaakt heeft als een voorbeeld.
3. Zijn deze woorden dan niet wreed en misleidend ? Volstrekt niet. Wat weet gij van de raad des Heeren ? Er is voor een kind des Heeren en zelfs voor een gevallen engel geen eeuwige verdoemenis, daar de ziel zich zelf vernietigt door de zonde. Maar er zijn uitzonderingen : namelijk hen die als de personificaties van zonde zijn gemaakt. Zij zullen eeuwig branden, en hun oude mens zal vernietigd worden, opdat een nieuwe mens zal opstaan, namelijk de vernederde mens. En deze vernederde mens zal voor eeuwig een teken en een waarschuwing moeten zijn, om de heiligen te vervullen met vrees. Zo hebben dan vele lieden de woorden van de tweede canon als een vrijkaartje tot zonde genomen, omdat zij belust zijn op de totale vernietiging en zo denken de eeuwige en altijddurende hel te ontlopen. Zij hebben het Woord misbruikt tot een eigen valstrik. Hebt gij dan niet de paradox des Heeren gezien in het verschil tussen het Oude en het Nieuwe Testament ? Zo moet gij dus op uw hoede zijn. Er is een punt van angst waar u niet aan kunt ontkomen, en wat nodig is een grotere vreze des Heeren op te wekken dan het eerste. Dit is namelijk dat zij die door de Heere als vijand zijn gemaakt zichzelf misleiden en huichelen.
4. Dit dan zijn de woorden van de Beker : laat de vreze des Heeren het begin zijn van alle wijsheid. Zij die gezondigd hebben tot de Vader zullen vergeven worden, en ook zij die tegen de Zoon hebben gezondigd, en zij die tegen de Heilige Geest hebben gezondigd, en Hem hebben gelasterd. Zelfs zij die gezondigd hebben tegen het Bloed van Christus zullen vergeving vinden, maar zij die de Beker van Christus hebben gelasterd door zich eraan te bezondigen hebben geen vergeving in alle eeuwigheden. Nu niet, en in de toekomende eeuwen niet, want het zondigen tegen de Beker van Christus is een doodzonde waartegen geen medicijn bestaat, en waarvan geen omkeer mogelijk is. Maar troost u, geliefden, want alleen de vijanden van God maken zich hieraan schuldig, en zij zullen tot verschrikking zijn in alle eeuwigheden. En de rook van hun pijniging zal opstijgen voor het aangezicht van de Beker, de Geest en de Zoon. God dan zal zijn vijanden straffen, en ziet, zij zullen tot een eeuwig schrikbeeld zijn. Waakt dan, want God laat niet met Zich spotten. En zo is het dan : vreselijk is het om in de handen van de levende God te vallen. En dan zult gij berouw en boetvaardigheid zoeken, en het niet vinden. En angst zal u verteren wanneer gij zult bemerken dat u het heilige der heilige Gods hebt aangeraakt.
5. Troost u geliefden : Er is geen zonde tegen de Heilige Geest, maar de zonde tegen de Heilige Beker is des te erger. Zoekt daarom de Heilige Beker in vreze en beven. Weet dan dat het Eeuwig Evangelie een blijere boodschap is, maar ook een ernstigere en verschrikkelijkere. De dagen dan zijn kwaad, en als God de zonde niet op die manier zou straffen, dan zou de zonde nooit overwonnen kunnen worden. Ja, de Heere voert zo eeuwige overwinning over de vijand, en maakt hem tot een eeuwig schrikbeeld. Zij zullen hun loon niet ontgaan. Daar waar de eerste hel nog genadig was : de tweede niet meer. Maar zij die met de Heere zijn hebben niets te vrezen.
6. Alleen door hun eeuwig lijden zullen zij neergehaald worden, de vijanden van God. En alleen door hun groeiende pijn en bewustzijn zullen zij loslaten datgene wat zij hebben gestolen. En God zal hen maken tot een eeuwige afschuw.
7. En als zij u vragen : Is uw God niet wreed ? Dan zult gij antwoorden : God is een paradox.