Apokrieven/Bijgeschriften A De Nieuwe Petrus 29 januari 2012
 

I Petrus

1.

1. Zo is dan het oude woord als een steiger. Als het huis is gebouwd worden de steigers verbrand. De lichten gaan aan, en van een steiger zal men niet vaak spreken. 2. Zo is dan, naar de wil des Heeren, de eerste brief van Petrus geheel gezuiverd, dit door het woord der apostelen. Zo is het oude woord en de oude brief een plan van nood geweest in tijden van nood, en ziet zij was bezoedeld. 3. De apostelen hebben haar gezuiverd, hebben haar op maat gemeten, en hebben haar naaktheden bedekt. 4. Gij allen die de Geest van Petrus aanhangt : gezegend zijt gij. De persoon Petrus, en dit weet gij allen, was niet onfeilbaar. Zo was ook hij slechts ten dele verlicht en ten dele met de Geest vervuld. 5. Maar het heeft de Heere behaagd apostelen te zenden om de vloek van de oude eerste brief van Petrus om te buigen. 6. En zo spreekt dan ook de Geest van Petrus, en Petrus die na zijn dood in de wolk der getuigen werd opgeheven. 7. En de apostel zag Petrus staan. En Petrus zag de apostel staan. En Petrus zag dat de zuivering goed was. 8. Geloofd zij daarom God, de Vader, die Zijn eniggeboren zoon geschonken heeft in zijn grote liefde. Deze liefde ging uit tot de wereld, en de wereld heeft haar niet gegrepen. 9. Want zo was het opgetekend dat zowel de Vader als de Zoon verworpen dienden te worden. 10. Zo hebben dan vele apostelen en profeten de gruwelen van het oude woord als symboliek weten te gebruiken, om daardoor vele boze geesten in hun werken te belemmeren. 11. Zij hebben die symboliek weten te gebruiken om het kwaad een halt toe te roepen en te gebruiken ten goede. 12. Maar nu is het woord oud genoeg geworden om het te ziften, en zo zal er een nieuwe bedeling ingegaan worden. En er zal onderscheid komen tussen het steiger-woord en het gezuiverde woord. 13. Zo was dan het oude woord niets anders dan zaad dat kapot zou springen. Een nieuw en zuiver woord komt hier als een plant uit voort. Het koren is opgegroeid tezamen met het kaf, maar nu komt de bedeling dat het sterk genoeg geworden is om het te scheiden. 14. Zij die koppig en machtslustig zijn, zullen zich hiertegen verzetten. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond en tekeer als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. 15. Laat dan uw kooien opengaan, oh volk, en kwelt uzelf niet langer. Gij hebt lang genoeg onder de vloek van het oude geleefd. Maar ik ben in zorg over u, daar de slang listig genoeg is om u weer terug te leiden tot het oude. Daarom houd ik niet op voor u te bidden en te smeken. 16. Ook zal de Heere velen overleveren aan het oude, aan de angsten en de tradities, en niemand zal hen kunnen loskopen. Maar gij die de Heere gevonden hebt : zoekt troost bij elkander, en laat u troosten door de Heere die boven is. 17. Want velen volgen een Heere die onder de aarde is, en velen hebben als god de samenleving. Zo zijn dan woorden door de Geest uitgesproken zeer machtig, maar een beetje vlees daartussen bezoedelt alles en brengt de ketens van de hel. 18. En zo zijt gij dan allen slaven door het bezoedelde woord, niet bij machte om los te komen van het verduisterde verstand en het leugenachtige geweten. 19. Zo spreekt dan de Geest van Petrus en het volkomen woord tot uw verstand en geweten, wanneer gij beseft dat Petrus feilbaar was, en daarom ook zijn woorden. 20. Ja, de Geest sprak door Petrus, maar op een heleboel punten werd de Geest door de zonden van Petrus ingeknot. 21. Verwijdert daarom de bezoedelde brief uit uw Heilige Geschriften. Zo zult gij onderscheid maken tussen de oude eerste brief van Petrus en de nieuwe eerste brief van Petrus die zuiver is. 22. Hierdoor zullen uw geest en hart gezuiverd worden, en zal Gods Geest vrijgezet worden.

23. Zo heeft de Heere eerst steigers gebouwd rondom het huis der oude en verduisterde tijden, en ziet, hij heeft zijn eerste manschappen geplaatst om het oude woord te transformeren door de symboliek. 24. En de Heere heeft het oude, bezoedelde, door mensenvlees ontheiligde woord als een kruis gedragen. Maar nu heeft de Heere zijn engelen gezonden tot bevrijding. 25. Laat de vuurgloed die tot beproeving dient u daarom niet bevreemden alsof iets vreemds tot u kwam. Maar verblijdt u wanneer gij deel hebt aan dit lijden, want ook God zelf was geslagen aan een wiel. 26. En zo getuigt dan het wiel van een geestelijk kruis waaraan de Vader was geslagen toen Hij zijn eniggeboren zoon moest opofferen, een kruis waaraan ook de zoon uiteindelijk werd gekruisigd toen hij tot de onderwereld afdaalde, en waardoor hij zovelen heeft vrijgezet. 27. Zo heeft Mammon dan een flinke klauw gehad in het opstellen van dit wiel, de Mammon waartegen gij predikt. Want het is een materialistisch kruis wat gij hebt gebracht, en gij hebt het wiel verzwegen. Zo hebt gij dan uiteindelijk het kruis in de diepte veracht. 28. Want Mammon zelf heeft toen hij het wiel heeft opgesteld de kamer verzegeld, zodat zijn boze werken onopgemerkt door konden gaan. Zo heeft hij zich als een god opgesteld, zoals de profeten hadden voorspeld.

29. Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Christus Jezus, aan hen die door gerechtigheid en waarheid een zuiver en kostbaar geloof hebben verkregen : genade en vrede zal vermenigvuldigd worden in uw midden door de kennis van de Vader en de Zoon. 30. Zijn Goddelijke kracht heeft ons met wijsheid begiftigd. Amen. Met grote beloften zijn wij begiftigd, en met hoop, om daardoor deel te mogen hebben aan de Goddelijke natuur, in Christus geschonken. 31. Gij dient op deze woorden en de woorden van profetie acht te geven als op een lantaarn die u leidt door een duister gebied. 32. Zowel de oude Schrift als de nieuwe gezuiverde Schrift laten geen eigenmachtige uitleg toe. Zo hebben dan wijze mannen het oude vastgepakt, en het voor de Heere gebruikt om zo velen tot troost te leiden. Maar zo zijn er ook vele valse profeten onder het volk geweest die van tucht niet wilden weten. 33. Zij hebben door de geest van Eli verderf gebracht. Zij hebben dat wat tot de geschiedenisboeken behoorde opgesteld als het Woord van God. 34. Zij hebben bloederige rituelen opgesteld en gezegd : Zie dan, dit is uw God. Zij hielden vast aan bloedoffers in hun geheime kamers en op de hoogtes van bergen. Zij brachten hulde aan de afgod in de dieptes en in de verborgen plaatsen van bosgebieden. 35. En gij hebt gezegd : deze lieden zullen ons uitleiden. Aan deze lieden verkopen wij onze harten en zielen. Deze lieden weten de weg. Zij zijn van God en uit God. 36. En gij hebt hen troost gebracht op de hoogtes van hun bergen, en zij hebben u misleid. Gij hebt uw gevoel en de samenleving tot God gemaakt. 37. En daarom zal de Heere u uitspuwen, gij die van deze dingen leeft. Want ook doet gij onrecht aan velen om u heen. 38. Zo duldt de Heere geen hoogspraak meer in Zijn huis. Kinderen, het is de laatste ure, en gij hebt gehoord dat er een antichrist zou komen, en dat er vele antichristen op zouden staan, waaraan gij herkent dat het de laatste ure is. Maar ik zeg u : de antichrist was in zijn list al gekomen vanaf de beginne. 39. En ziet, hij was in het verborgene gekomen om u te voorzien van allerheiligste boeken, zoals hij Eva misleidde door de slang. 40. Zo hebt gij van de verboden vrucht gegeten, terwijl gij het niet wist. Er werd gezegd : dit is uw god.

41. Maar dit is het uur van bevrijding. Gij zult het oude slechts gebruiken als een geschiedenisboek en als een museum. En gij zult zeggen : Hier zijn onze voorvaderen doorheen gegaan. 42. En gij zult nieuwe lichten aan het plafond zien, en gij zult u niet meer door de oude lichten laten verwarren. Want ziet, zij waren opgesteld als webben en als kruizen. 43. Ja, als aan een wiel werd de Heere gekruisigd, waardoor Hij slechts door orakelen kon spreken. Terwijl velen zeiden : De Heere spreekt niet meer. 44. Zo heeft de Heere het pad van symboliek gebruikt om te spreken. De Heere heeft kromme stokken gebruikt, en kromme zwaarden, om recht mee te slaan. 45. En velen hebben gezegd : Oh, ziet, de Heere is gekruisigd als aan een wiel. Hij komt op en vergaat weer. Maar dit is de tijd dat deze zegels verbroken worden. 46. Ziet, de leeuw brult immers in de hemelen om de zegels te openen. Want de zegels waren het bezoedelde woord van God.

47. En zo is dan het wiel het kruis van de onderwereld, en hieraan hebben zowel Vader als Zoon gehangen. Door het wiel werden zij van elkaar gescheiden, en door het wiel komen zij weer tezamen. Zo is dan het kruis zonder wiel slechts een materieel kruis, een kruis waardoor de Mammon over u heerst en u in gebondenheid houdt. 48. Laat daarom de stem van Mammon die zo diep in uw geweten spreekt en zoveel deuren in uw geest gesloten houdt verbroken worden. 49. Gun uzelf een dag van genade, maar ik weet dat velen van u uzelf niet liefheeft, zoals gij ook de Heere niet liefheeft. 50. Gij hebt de naam voor uw naaste te zorgen, maar ziet, gij slacht dieren in het verborgene.

51. En zo is ook Petrus door zijn dood aan het wiel gekruisigd, om tot de Vader en de Zoon te gaan. 52. En zo heeft hij dan het licht aanschouwd als een nederdalende duif. Door deze ervaring dan is Petrus verheerlijkt, en spreekt zijn stem nog steeds vanuit de wolk van getuigen om het woord zuiverend zuiver te houden. 53. Koester daarom deze woorden, want zij zijn gesproken door de Geest van Petrus, die meer is dan zijn vlees. 54. En zo heeft het vlees van Petrus vele botten gebroken, maar de Geest heeft zijn vlees gebroken. En zo moet ook gij die door het vlees leeft tot gebrokenheid komen. 55. Want de Heere Heere en Zijn Geest spreken door zulk een verbrokenheid. Gij zult u daarom ook met deze gedachte moeten wapenen, dat zij die naar het vlees geleden hebben aan het vlees en de zonde zijn onttrokken. 56. Gij bent dan nu tot de nieuwe bedeling ingegaan, door het wiel, en het oude zal over u geen macht meer hebben. 57. Zo zult gij ook geen verantwoording meer hoeven af te leggen aan de begeertes van het oude, maar u aan de wil van God hechten.

58. Daar nu Christus geleden heeft aan het wiel, zo hebt gij ook door Christus aan het wiel geleden. Hieraan werden uw verstand, uw geweten, tezamen met uw ziel en geest gekruisigd. 59. Ja, aan vele rotsen werd gij geketend, waar vogelen van uw vlees aten. En gij waart dood, terwijl gij de naam had dat gij leefde. 60. Maar nu is er tijd genoeg voorbijgegaan waarin gij verantwoording aflegde aan de poelen van oude liederlijkheid en hun begeertes. 61. In Christus en door Zijn wiel zijt gij vrijgekocht. Laat u daarom niet wederom kruisigen, maar kruisigt uw vlees en uw begeertes voortkomende vanuit het oude. Zie dan, alle dingen zijn nieuw geworden. 62. Gij denkt niet meer zoals gij dacht, gij die aan het wiel hing, en door Christus zijt vrijgekocht. Gij draagt de helm van heil en hoop, gij die Christus volgt. 63. Wandelt daarom zoals Hij gewandeld heeft, en daarbij niet in letterlijke zin. Want zijt gij dan nog steeds van de Mammon dat gij u blindstaart op het materiele en het vlees ? Volstrekt niet. Gij kent de werken die Christus in de onderwereld heeft verricht, door Zijn geest. 64. Deze werken zijn u door het wiel geopenbaard.

65. Zo worden dan door het wiel de dingen met elkaar verzoend, en zo vindt gij een eeuwige schat door het wiel. 66. Zij die dan Christus volgen en zeggen : Er is geen wiel, zulken zult gij niet volgen. Zij die deze dingen zeggen volgen de Mammon, want zij geloven alleen de dingen die het vlees hen leert en laat zien, en laten het oude en bezoedelde zoals het is. 67. Zo zult gij dan de Mammon en al zijn werken afzweren. Want de Mammon is degene die Christus in de onderwereld aan een wiel heeft gehangen, en vervolgens heeft gezegd : Er is geen wiel. 68. Maar zij zullen Hem zien die zij doorstoken hebben.

69. De Mammon dan wist dat door het wiel waaraan Hij Christus in het verborgene had laten spijkeren hem ook ten gronde zou brengen. Daarom vreest Mammon het wiel, en wil niet dat er over gesproken wordt. 70. Maar wij willen dat er daarom des te meer over het wiel gesproken wordt. Omdat het de opstanding van Christus heeft bewerkstelligd. 71. Zo is dan het wiel meer dan het kruis. Zij die het kruis volgen zonder het wiel volgen het vlees. Hun vlees zal daardoor veranderen, maar hun geest blijft onveranderd. 72. En daarom ziet men elkaar in kerken aan naar het vlees, en niet naar de geest, en houdt men elkaar tegen om tot het wiel te komen. Dit dan zijn de werken van Mammon.

73. En zo zal het wiel in het laatste der dagen Mammon neerleggen en tot het altaar des Heeren brengen. En dan zal er een grote slachting zijn in het land, een slachting nooit eerder voorgekomen in het land. En dan zullen zij die ogen hebben zien, en zij die geen ogen hebben zullen wegteren. 74. En de Heere zal het profetisch oog herstellen door het wiel. En zij die het wiel volgen, zullen tot meervoudige glorie worden gebracht door het wiel. 75. En men zal zeggen : ziet, de vader van het kruis is opgestaan. En men zal over de werken spreken die Christus in de geest heeft gedaan, toen Hij in de onderwereld was.

2.

1. Dit zijn dan de woorden van Petrus de gestorvene om zijn woord en brief te zuiveren, en alle profetie daaruit voortkomende. Ja, als Christus is hij gestorven, opdat zijn Heere door hem zou spreken, dat is zijn Geest. 2. En ik, Petrus, opgenomen in de wolk der getuigen, zag hoe het volk mijn woorden bezoedelde. En ook zag ik hoe ik daar mijn eigen vlees het woord en de brief had bezoedeld en ontheiligd. 3. Ja, door mijn vlees zijn velen in slavernij gegaan, in dienst van de afgod. 4. En door mijn vlees moesten velen aan die afgod verantwoording afleggen. Zo werd dan het kruis gebruikt om tot slavernij te leiden. 5. En daar ik door mijn dood afstand heb moeten doen van mijn boze werken, en ook van mijn onreine, huichelende woorden, vol van hoogmoed en slavendrijverij, vol van valse pracht en eerzucht. Zo zult ook gij, gemeente, u van die woorden moeten ontdoen. 6. Zo zult gij mij door mijn Geest liefhebben, door de Geest van onze Heere Jezus Christus, en zo zult gij mijn woord verstaan. 7. Want zijn de woorden die ik spreek vanuit de wolk der getuigen niet hoger dan wanneer ik sprak door de aarde ? Volgt gij dan mijn vlees meer dan mijn Geest, die de Geest van Christus is ? 8. Ik ben bang dat vele lieden hiermee door zullen gaan, en mij daardoor telkens opnieuw kruisigen. De Heere sprak door mij, maar ook de satan sprak door mij, met holle, hoogklinkende woorden. Maak daarom onderscheid tussen het oude en het nieuwe. 9. De mantel die ik in de hemelen kreeg was een hogere mantel dan de mantel van het vlees. Want toen sprak de Geest slechts ten dele. Nu dan, de mantel die ik in de hemel en in de Geest draag is bemachtigd om het vlees te vernietigen. 10. Luister daarom niet naar de woorden van het vlees, maar veeleer die van de Geest.

11. En ik, de apostel, zag een steen uit de hemelen vallen, en de Heere sprak : Raak deze steen niet meer aan. En een engel daalde neer en legde een zwarte deken op de steen. En ziet, het leek op een graf. En de Heere sprak : Zou iemand van u dan weer teruggaan naar het graf, nu gij vrijgezet bent ? 12. En de engel hief de steen op, omhuld met een zwarte deken, en wierp het in de zee. En de Heere sprak : Vanaf nu zult gij het vlees niet meer aanroeren. En hij sprak hiermee over de geesten van het oude woord. 13. En er rees een zwart schaap op uit de zee, wat door de engelen geslacht werd. En de Heere sprak : Vanaf nu zult gij geen dieren meer slachten, maar de geesten der duisternis. 14. En de Heere was woedend, omdat er zo lang tegen vlees en bloed was gestreden, en niet tegen geesten in de hemelse gewesten. 15. En toen het vlees van het zwarte schaap zich met de zee vermengde werd de zee als bloed en als een rode traan. 16. En de Heere sprak : Zij die tegen vlees en bloed strijden zullen ten onder gaan. Door hun eigen zwaarden en door hun eigen messen, hun eigen pijlen, zullen zij doorstoken worden. Zij die door het zwaard van Mammon leven, zullen ook door dat zwaard sterven. 17. En er was een tijd van rouw in de hemelen.

18. Zo heeft de Heere dan de oude brief van Petrus tijdenlang als een kruis gedragen, als een wiel, en werd het geschrift op het juiste tijdstip gezuiverd van onheil. 19. Maar de huichelaars en de farizeeers zullen zeggen : Er was niets kwaads in de oude brief. Zij zeggen dit omdat zij dingen naar het vlees aanzien, en niet naar de geest. 20. Door hun macht hebben zij de onderscheiding des geestes verloren, die voortkomt vanuit toetsen en de beoefening van nederigheid en de minste zijn. 21. Zij die de meeste willen zijn hebben geen plaats bij de Heere. Zij worden overgeleverd aan dwalingen en misleidingen, en zij hebben behagen in schandelijke huichelarij. 22. Zij noemen dat wat geest is vlees, en dat wat vlees is noemen zij geest. Zij zijn blind. 23. Dat wat blind is zal nog blinder worden, en dat wat ziet zal nog meer zien.

24. Verheugt u daarom niet al te zeer wanneer gij door het oude gered zijn, want zij die gered zijn door het oude, zullen door het oude ook weer ten gronde gaan. En ziet, zij zullen dieper vallen dan ooit. 25. Want het oude was als een steiger gegeven, en als zaad. Zij die dan het zaad niet laten sterven zullen honger lijden. 26. Maar zij die de zaaier volgen zullen eeuwig leven. En wie zal u kwaad doen wanneer gij u inzet voor het goede ? 27. Al moest gij lijden omdat gij het goede aanhangt, toch zijt gij zalig. Laat u daarom niet bangmaken voor enige dreiging of druk, maar heiligt Christus in uw harten. Hij is de zaaier. 28. Gij hebt aan vlees geen verantwoording af te leggen wanneer gij het oude gezuiverd hebt, en hebt doorgebouwd op hetgeen Gods Geest heeft bewerkstelligd. Bouwen wij dan van vlees op vlees ? Zeer zeker niet. 29. Wij bouwen door de Geest om de vleselijke werken te verbreken en te zuiveren. Hierin hebben wij het kruis niet verworpen. Maar wij hebben het vlees veelvuldig omgedraaid om te zien of er enig werk door de Heere gebruikt kon worden. 30. Zo is dan door de symboliek en door de criptiek veler vlees tot nut geworden. Maar hebben wij nog verantwoording af te leggen aan de begeertes van het vlees wanneer wij de oude wortel niet meer aanhangen ? Volstrekt niet. 31. Zo heeft de Heere ons allereerst vrijgekocht door het kruis, en daarna door het wiel.