1. Dit is het verhaal van Noach hoe deze een piratenkoning werd. Toen Noach jong was maakte hij een schip voor de Heere, omdat de Heere tot hem sprak : 'Gaat dan heen, ver weg van uw kust, en Ik zal u brengen tot een nieuw land.' En Noach bouwde het schip, zoals de Heere hem bevel had gegeven, en toen het schip af was ging hij met enkele mannen de zee op. En de Heere leidde het schip tot volle zee. Na vele lange dagen echter werd het schip van Noach overvallen door piraten. Maar de Heere's hand rustte op Noach en zijn mannen, en gaf hen het piratenschip in hun macht. En vele piraten vielen aan de voeten van Noach omdat zij zagen dat God's gunst op hem rustte, en zo werd Noach hen tot koning. En het schip was vol met edelstenen, vurige edelstenen, en verder allerlei exotische schatten. En de piraten vertelden Noach over een land hier ver vandaan. En Noach begeerde tot het land te gaan toen hij de verhalen hoorde, want het land was schoon en vol rijkdommen. Maar verder op zee was een grote storm en het schip verging. Noach en zijn mannen echter konden verder op een groot vlot, en na enige tijd werd de zee weer rustig, en zagen zij in de verte het land waarover gesproken was. En Noach begeerde zijn voetzool op het land te plaatsen. En het land was genaamd Amazonia, in het gebied Paya, aan de rand van het gebied Poh, en dit was het oude Amerika. En er woonden daar boze stammen, zij die messen droegen.
2. En na enige tijd gingen Noach en zijn mannen aan land, maar het volk daar was oorlogslustig. En na een lang gevecht grepen zij Noach, en bonden hem aan een paal. De overige mannen werden in kooien vastgebonden. En er was een prinses die genoemd was naar de twee gebieden, Paya Poh, en zij was een indiaanse prinses. En zij hoorde van de mannen dat God over Noach waakte, en de prinses werd zeer bevreesd. En zij liet Noach losmaken, maar in de nacht werd zij vermoord door haar eigen volk. En Noach bood de woeste stammen enkele schatten aan die op het vlot waren overgebleven, maar het volk wilde niet luisteren. En Noach en zijn mannen werden als slaven verkocht aan een naburig volk. En dit volk was hard en wreed, en Noach bad tot de Heere waarom Hij hem hier naartoe had gestuurd. En de Heere sprak : 'Omdat dit een vruchtbaar land is, een land van Mijn welbehagen. Ik zal het aan uw nakomelingen schenken, maar zij zullen grote strijd voeren.'
3. Maar snel kwam er een piratenvloot aan land, en zij maakten Noach en zijn mannen vrij, en Noach dankte de Heere. En Noach bleef in het land voor zeven jaren, en voer daarna met grote schatten weer terug.