Steen I De Witte Steen Boek 5. Het Boek van de Heilige Voetspijkers 8 februari 2009
Het vijfde boek uit de Witte Steen van het Eeuwig Evangelie

Het Boek van de Heilige Voetspijkers

1. Het geheim van de profeten ligt in de doornenkroon, zij die visioenen geeft en dromen. Laten de profeten vol zijn met de lusten des Heeren, opdat zij aan de lusten der wereld ontkomen. Laten zij de Geesten des Heeren aanhangen, opdat zij de vreemde vrouwen kunnen ontvluchten. Zo heeft dan een iedere profeet een hemelse harem om zichzelf rein en onbevlekt te houden van de vrouwen der wereld. Want vele verleidingen zullen op de profeten worden afgezonden, en vele geesten van valsheid. Daarom, oh profeet, trekt u het Lot des Heeren aan, die gekruisigd werd, doorboort in voeten en handen. Draagt daarom ook de spijkers diep binnenin u als het zegel van uw verlossing. Want allen die in Christus zijn, zijn met Hem medekruisigd, en zij zondigen niet, daar zij door hetgeen zij geleden hebben aan de zonde onttrokken zijn. Maar velen die zeggen met Christus te lijden, lijden als een Petrus en een Judas. Zij verloochenen de Heere in Zijn lijden, en zij verraden Hem. Zij dan die met de Heere lijden zijn aan handen en voeten gekruisigd en dragen de spijkers van Zijn lijden diep binnenin. Ja, zij hebben zich door de spijkers laten reinigen in de dieptes van hun geest. Nu dan, de spijker die Zijn voeten doorboorde draagt een diep geheimenis, want deze spijker bracht Hem tot het dodenrijk en het rijk van de hel. En zo is de spijker die Zijn voeten doorboorde een pad door de onderwereld, een pad dat ook gij behoort te gaan. Zij dan die deze spijker niet in hun voeten dragen zijn geen christenen, daar zij niet het pad des Heeren volgen. Zij worden gegrepen door de wereld en haar lusten. Maar zij die de spijker dragen hebben de lusten des Heeren, en zij zijn daardoor aan de zonde onttrokken.
2. Daarom zijn hen die waarlijk in Christus zijn ook het pad door de dood en de hel gegaan, en zijn zij door de spijker medegekruisigd diep in hun geest. En door deze spijker hebben zij een wapen tegen de lust der wereld, en zijn zij mede-soldaten met Christus.
3. Zo is dan de heilige voetspijker de sleutel van het Grote Pasen, van het dodenrijk en van de hel. Deze spijker is de sleutel van het Pad van Christus, en zonder deze sleutel kunt gij niet tot de Heere komen. En zij die deze spijker dragen kunnen het pad van de wereld niet begaan, en worden daarom veelal bespot door de geesten der wereld, maar zij dragen de lusten des Heeren diep binnenin, en zij kennen Zijn vrede. Zij hebben een onoverwinnelijk wapen waarmee zij de geesten der wereld fokken, en aan het einde der tijden zullen zij deze geesten doorsteken zoals zij doorstoken waren. Zo zult gij het lijden aanvaarden als een middel om door de spijker tot Christus te komen, en gij zult geen van deze wapenen voor hun tijd gebruiken, want daarmee zult gij de Christus verliezen. Maar velen hebben overmoedig hun wapenen genomen om zo het lijden des Heeren te verachten. En de Heere zal hen in de eindtijd nemen om hen op Zijn grote wagen te zetten, en zij zullen tot een schande zijn. De Heere zal hen vernederen door hen in tijden van dorheid en kaalheid te brengen, en van de geesten der wereld zal de Heere de ogen uitrukken. Zo zal het sieraad der profeten velen die door de wereld vernederd waren tot eer strekken.
4. Aanbidt daarom de spijker, in plaats van allerlei vaagheden. De Heere wil geprezen worden in Zijn lijden, en door uw allerheiligste persoonlijke deelname. De Heere zal de lippen slaan van hen die Hem op een afstand blijven prijzen. Zij die de Heilige voetspijker waarmede Hij gekruisigd was, aanbidden zoals zij het kruis aanbidden en Zijn doornenkroon, zij hebben Hem gevonden, en zullen met Hem zijn. Maar de Heere zal de vuile harten slaan.
5. Zo hebt gij in de voetspijker een sleutel om tot Hem te komen, en om Eén met Hem te zijn. Volgt Hem dan in al Zijn voetstappen, en print Zijn geboden door de spijker in uw gedachtes, opdat gij ze voor eeuwig zult bewaren. Ja, de voorwerpen des kruises zijn voor eeuwig, en zij dienen geprezen te worden, opdat gij ze in uw allerheiligste deelname kunt gebruiken. Want weet gij niet dat door deel te hebben aan het kruis, gij ook deel zult hebben aan de wapenen des kruises ? Maar wekt hen dan niet voortijdig op, opdat zij zich niet tegen u zullen keren.
6. Maar er zijn enkelen onder u die de gemeente van de eenvoudige toewijding aan de spijker willen afleiden. Zij hebben de paden der farizeeers aangelegd. Maar gij geheel anders : Luistert niet naar zulke lieden die niet over de spijker prediken, want hun paden leiden tot dood en duisternis. Laat u dan ook niet door vrienden, kennissen, ouders of kinderen afhouden van de wegen des Heeren. Ook al waren zij uw broeders en zusters, zulken zijn niets anders dan wonden. Toch draagt gij zulke wonden getrouw, en legt hen voor aan de Heere. Door uw toewijding aan de Heere en Zijn spijker, zult gij die heilig zijt, het pad van ijs begaan, daar dit het pad des Heeren is. De Heere rekent niet met familie, maar met hen die Zijn geboden onderhouden. Zulke ouders en zulke kinderen zijn goud waard, maar de rest zal vergaan. Kleeft daarom niet vast aan hen die de Wil des Heeren niet doen, of aan hen die zeggen de Wil des Heeren te doen, maar de paden der farizeeers bewandelen. Volgt ook geen profeten die voorspoed aanhangen, want zij zijn geen profeten, maar dieven. Volg de paden der profeten over en langs de paden van de armoe. Want ziet, de armoe is uw hemelse harem die u afhoudt van de begeertes der mensen. De begeertes der mensen leiden tot verderf en het afsluiten van de zintuigen. Zij hebben hun genot in niets en in schaamteloze gevoelloosheid. Zij zullen nog meer gevoel verliezen, en hun hardheid zal dan afbrokkelen in de hel. Maar hangt hen die zeggen dat de hel altijd duurt niet aan, want zij zijn wreed en harteloos. Ziet, zij hebben reeds hun gevoel verloren, zij zijn vleeseters en hoereerders, daar zij vrienden van de wereld zijn en metterdaad vijanden van God. De hel zal opgelost worden in de hemel, daar de hel een reinigend vuur was om een ieder te louteren, uitgezonden door de hemel, en terugkerende tot de hemel. De Heere houdt de zonde niet in stand, en ook niet de zondaar. Zij die dat zeggen willen de zonde niet loslaten. De Heere rekent niet met hen, en rekent hen tot de spotters. Maar velen onder u hebben vroeger zo gedacht in uw tijden van zonde, en de Heere Heere heeft u verlost. Zo heeft de Heere velen verlicht, en zal de Heere nog velen verlichten. Spot dan niet met deze woorden, want zij die zulke woorden afwijzen hebben reeds de Heere afgewezen. Maar toets deze woorden in heiligheid en in vreze en beven, want de Heere mocht eens spreken. Ziet dan toe dat gij Hem die spreekt niet afwijst, want velen sliepen terwijl Hij leed en sprak. Waakt dan op, gij die slaapt, opdat Christus over u zal lichten. En Zijn spijker is als de lantaarn op uw pad.
7. Zo zullen er dan in het laatste der tijden vele vijanden van God opstaan. En zij zullen hun kerken hebben, en zij zullen daarin mensen vangen met hun netten. Maar gij geheel anders : Blijft ver bij hen uit de buurt. De Heere heeft Zijn stad voor u opengesteld, en het zij u genoeg. Zo hebt gij die de Heere volgt ook uw ziel gekruisigd door de spijker, en het zij u als een wachter voor uw mond. Zo hebben dan allen die de doornenkroon des Heeren dragen door de spijker een lantaarn en een lamp op het pad der profeten en het pad des Heeren, en zij zullen vele gezichten zien. Ja, zij hebben een middel om de profetische gaven aan te wakkeren, als een heilig vuur des Heeren. Ja, want ook in de hemelen zijn de spijkers machtige pilaren, en gij dient erop acht te geven als op wegen omhoog. En de engelen en de harems des Heeren dalen over deze pilaren af, en stijgen er langs op.
8. Zo hebben dan de spijkers van Christus velen gezaligd, en vele paden hebben zij geopend. Ja, want door de handspijker Hebt gij een bediening des Heeren gekregen, en hebt gij werk des Heeren gedaan. En door de voetspijker hebt gij reine paden betreden, en hebt gij reizen in de geest gemaakt. En ja, sommigen onder u zijn predictaten des Heeren. En door het spotkleed te dragen zijt ge apostel geworden voor het aangezicht des Heeren, en de Heere is getrouw tot u en behoedde u. En door de doornenkroon te dragen werd ge profeet voor het aangezicht des Heeren, en schonk Hij u visioenen door Zijn bloed. En zij die door de speer des Heeren waren doorstoken zoals Hij eens werd aan het kruis, en zij die deze speer dragen en aanbidden als de heiligheid van de Heere, zij zijn als richters voor het aangezicht van God.
9. En zo zijn ook enkele heel zuiveren hermitaat geworden door de voetspijker des Heeren, omdat zij zijn wegen niet hebben veracht. En zij hebben een reis in hun binnenste gemaakt om de Heere te ontmoeten en te omhullen. En nu is de Heere hun omhulling door de voetspijker. De Heere is getrouw tot wie Hem dienen, en bekleed en heiligt hen door de voorwerpen des kruises.