Steen V De Steen der Ekster Boek 2. De Nieuwe Genesis 2 augustus 2010
 

1. Dit is de nieuwe code opgesteld door de apostelen des Heeren. Gij moet weten dat het oude boek Genesis verloederd was en geinfiltreerd. Wij voldoen hiermee aan de opdracht de Heilige Schrift te zuiveren. 2. Gij zult spreken van het oude boek Genesis, en bovenal van het nieuwe boek Genesis. Gij kunt deze boeken naast elkaar leggen, maar in sommige gevallen is het verstandig om door de profeten te beslissen welke bijbels er moeten verdwijnen. 3. Zo zal dan de nieuwe code afrekenen met de bezoedelingen en de overbodigheden. Weet dat de oude verzen diep in uw hart liggen als eieren, die telkens gif voortbrengen tot het vergiftigen en besmeuren van uw zielen. 4. De zuivering hiervan is niet voortgekomen vanuit het hart van een mens, maar vanuit de Geest des Heeren, en Zijn Heilig Vlees waardoor de oude en nieuwe schepping tot stand kwam en tot stand zal komen. 5. En zo is het onzuivere vlees als een tijdelijke gevangenis geweest, en de Heere wil hierin vertroosting brengen. 6. Zo heeft het oude woord dan velen aangeklaagd en ten onrechte veroordeeld, en ook hierin wil de Heere troost brengen. 7. Zo wil de Heere dan dat gij zult weten dat het Woord geschreven is als een liefdesbrief, en niet als een brief van aanklacht. Want het Woord is geschreven aan hen die hem liefhebben. 8. Of gij nu barbaar zijt, indiaan of wilde, de Heere heeft Zich een volk bereid. Zo heeft hij dan eieren aan het plafond der hemelen gehangen, die door kwalspinnen worden uitgebroed door de nieuwe code. 9. Gij doet er goed aan acht te geven op de criptische beschrijving, zolang uw hart u dat toelaat. Zo is de Heere dan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde aan het scheppen door de vernieuwing van het denken en het Woord. 10. Want het Woord vernieuwt het denken, en brengt daardoor hervorming. De eieren van het Woord zijn vol van de verf des Heeren, de verf der gedachten. Broedt deze eieren daarom uit, daar gij daartoe geroepen zijt. 11. Bergt dan het nieuwe Genesis in uw gedachten, en zondigt niet. Want Gods Toorn is tegen alle zondaren. Maar : Beseft gij wel wat zonde is. Want velen, ook door het oude woord, weten dit niet, en noemen dat wat geen zonde is zonde, en dat wat zonde is noemen zij geen zonde. 12. Zo hebben zij dan het woord en het hart des Heeren verdraaid voor hun eigen leerstellingen. Luister naar zulke leiders niet. De Heere zal u leiden. 13. Want de Heere wil u opvoeden dat gij een relatie met hem hebt zonder de tussenkomst van mensen. Want mensenvlees leidt veelal tot verderf. 14. Zo brengt dan het nieuwe Genesis de verf der gedachtes. Ziet dan, de eieren des Heeren zijn vol met de verf der gedachtes.

15. Zo is dan de wereld en de aarde met alles wat daarop is voortgekomen vanuit de gedachte, en vanuit de verf des Heeren. Ja, daarmee heeft de Heere ook het geweten beschilderd. 16. Zo hebben dan de spinnen des Heeren de afstanden en de tijden geschilderd, de nachtvlinders des Heeren hebben de details en de miniaturen aangebracht, en zo hebben de lieveheersbeestjes des Heeren de duisternissen en de lichten geschilderd. 17. Maar ook de wespen des Heeren hebben geschilderd. Zij hebben de vormen aangebracht. Zo hebben de flora en fauna des Heeren meegewerkt aan de schepping. 18. Zo dient gij dan de verf des heeren en zijn woord zuiver te houden, want de Heere bouwt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, zoals hij van tevoren heeft aangekondigd. Richt daarom uw hoofden op, want uw verlossing is naderbij gekomen. De Heere zal al uw tranen van uw voorhoofden vegen. 19. Maar ik zal u een geheimenis vertellen : Alle tranen waren slechts verf, en zij kwamen voort vanuit de pijnen, de verfpotten. Weest daarom niet al te zeer bedroefd met uw wonden, want de Heere zal u nog meer geheimenissen laten zien. 20. Ook zij die het spotkleed des heeren hebben gedragen : dit is een machtige verfkwast. Gij zijt de medescheppers des Heeren. 21. Zo zal de Heere dan u gebruiken om de hemel en de aarde te herbouwen. Er is dan niets zonder doel geweest. En er is loon naar werken. 22. Maar ziet toe dat gij niet werk noemt datgene wat geen werk is, want dit hebben velen gedaan, waardoor hun geloof schipbreuk heeft geleden. 23. Richt u dan ook niet op het loon der aarde, want zij die dat doen hebben geen loon in de hemel. 24. Laten uw werken dan in het verborgene zijn, waar geen oog ze ziet, want de Heere is met hen die in het verborgene zijn. 25. De lusten des Heeren zijn in het verborgene. En de Heere zal u hiertoe de wapenrusting geven. De lusten des Heeren zijn de muren rondom uw stad. 26. Zo komt gij dan met uw verstand niet ver, maar de lusten des Heeren komen uit onpeilbare dieptes. 27. Zo doet gij er dan wijs aan het verstand te verachten, want het is gebrandmerkt met leugensprekers, evenals het geweten. Richt u dan op de lusten des Heeren in vrijmoedigheid. Vanuit hen komt dan een zuiver verstand en een zuiver en vrijmoedig geweten voort. 28. De Heere wil dat gij bevrijd wordt van uw tradities, waarin boze geesten u gevangen houden. Tradities waren de steigers en de codes waarmee de voorouders in slavernij de vrijheid des Heeren voortbrachten, maar deze tradities smeekten ten hemel om in hun criptische beschrijvingen verlost te worden. 29. Zij riepen om integratie, en ontwikkeling. Zult gij dan altijd babies blijven, altijd leven van de moedermelk ? Daar doet gij uw voorouders geen dienst mee, en zo eert gij hen niet. Zij waren en zijn slechts op doortocht. 30. Bouwt daarom het huis des Heeren voort, en verscheurt de voorhangsels en zegels, verbrandt de steigers, en treedt in tot de dieptes des Heeren. 31. Hangt de lusten des Heeren dan in vrezen en beven aan, opdat gij uw behoudenis bewerkt in de vrijmoedigheid des Heeren. Want in de vreze des Heeren vindt gij alle vrijmoedigheid, en zal uw hart ruim worden tot verlossing. 32. Ja, want een jaar van verlossing heeft de Heere gegeven. Een jaar waarin gij de kosten kunt berekenen en afwegingen kunt maken. 33. Wees daarom wijs, en bega het pad stap voor stap, omdat gij niet nog een keer geknecht wordt. 34. Zo zult gij dan het oude niet verachten, maar in de diepte gaan, opdat gij de punten van verlossing zult vinden. 35. En zo zult gij dan denken : Spreekt de Heere in twee tongen ? En zo zult gij de paradox des Heeren ontdekken en zijn labyrinth. De aarde is vol met criptische beschrijvingen, vol met de vurige tongen des Heeren. 36. En gij zult u afvragen wie de verf zo heet en vurig heeft gemaakt, en gij zult dit ontdekken : De barbaren des Heeren, zij die de geest van Griekenland hebben overwonnen, hebben dit gedaan.