Draagster van de Canon 3. Risgamen 3 augustus 2010
 

1. En ik zag een nieuw betaalmiddel opkomen, en het was de Geest die altijd al een onderpand was geweest. En zie, de Geest van Christus was in vele stukken verscheurd, de Risgamen. En er was een groot geween. En de Risgamen werden tot geldstukken, en ziet, zij was als een veer. En ik zag een groot vuur komen om de Geest te verslinden, en de Geest werd in vele veren verscheurd, en ik zag vele verborgen en verloren risgamen, en zie, zij waren woest.

2. En ik zag de risgamen vluchtten naar hun woonplaats Lapondria, en zie, deze plaats was woest. En de plaats werd bewaakt door woeste vogels, die waren als paradijsvogels. En ik zag velen die probeerden Lapondria binnen te komen, maar zij werden aangevlogen door de woeste vogels. En deze vogels waren als pauwen in al hun kracht, en grote vrees viel op hen die het zagen. En deze vogels waren bloeddorstig en honend, en sommigen droegen helmen. En ik zag Christus zitten op een hoge troon van parels, en zie, Hij verkoos de risgamen tot een nieuw betaalmiddel en een nieuw verbond. Zo is dan de uitverkiezing des geestes, de uitverkiezing van Lapondria, en deze is de enige. En ik zag de risgamen tot de stad Lapondria toegelaten worden, en zij droegen allemaal rieten in hun handen. En deze rieten waren zeer scherp en snijdend. En zij maakten merktekens op de muren, en kwamen volledig in de stad, doordat zij bedekt waren met het bloed van Perlottia, en haar merktekens droegen. En zij kwamen tot de hoge troon van Christus die van parels was, en Christus verzoende hen. Zo gaf de Geest haar veer aan Christus als een betaling, en zij was welkom in de stad. Zo is het dan : door de veer betalen wij, door de risgamen. Zo houden wij ons zuiver. En ik zag hoe Christus de risgamen tot sieraden reeg, en ziet, zij waren als wonderlijke verhalen, en zij gaven toegang tot de dieptes der stad. En ik zag een vuur van de sieraden afkomen dat krachtig genoeg was om het zilver te smelten. En ik zag deuren geopend worden tot de dieptes der aarde. En ik zag bloedbanden wegsmelten en ziet, zij werden geofferd. Zo was dan de alverzoening des geestes, en ik zag de Geest als rivieren stromen, tot overstroming toe. En ik zag de Aflaat des Geestes, als een hemelse betaling, en de Geest gaf wederom haar veer aan Christus, en ziet, zij werd gereinigd. En Christus gaf haar een wit boekje van wit leer, en het leer bond haar. Aldus was de Canon des Geestes en de gebondenheid. En dit was de enige gebondenheid, door de enige aflaat. En ik zag hoe Christus Zijn Geest doopte, en ziet, zij werd wedergeboren als een witte duif van wit vuur. Zo hebben ook wij, door de Aflaat des Geestes, door de Veer van de Geest, deel aan deze dingen. En ik zag een poort bekleed met wit leer geopend worden, en zie, dit was de enige poort om de stad binnen te komen. Maar de vogels die op de muren van de stad stonden waren sluw. En zo zag ik de Risgamen tot mede-draagster van de canon worden, de tweede, en zuivere.

3. En ik zag de Risgamen, en zij kreeg toegang tot de schatten der aarde, en ziet, zij was donker. En ik zag Lapondria groot worden op de aarde, en zie, zij was het centrum van creativiteit. En in haar hadden de heiligen een plaats van rust, maar zij werden voor enige tijd verscheurd door verwarring. En ik zag enige heiligen in opstand komen tegen lapondria, en zij kregen een kleed om te rusten. En na enige tijd van rust balden ze hun vuisten tegen Lapondria, en Lapondria bracht hen in ketenen en leidde hen tot de grote burcht. En Lapondria sprak grote woorden van wijsheid, en ziet, zij werden haar discipelen. Maar Lapondria bespotte hen omdat zij lauw waren, en zij lokte hen in een valstrik. En aldus was zij de sluwheid des Heeren. En grote vrees kwam over de menigte. En zij vroegen : wie is zij ? Hoe durft zij zoiets te doen ? En zo vertrok Lapondria van de aarde en liet haar schaduw achter zich, en zij bracht grote verwarring. En zij omhulde haarzelf met duisternis, en bedekte haarzelf met stof. En zij maakte een reis tot de dieptes der aarde, en vond daarin grote schatten. En zij verscheurde het goud en het zilver, en opende grote poorten. Wie kan haar volgen ? En zij omhulde haarzelf in wraak en grote wreedheid, want zelfs haar trouwste volgelingen hadden tegen haar gezondigd. Wee u, oh aarde, want Lapondria heeft groot gif tegen u bereid. Weent daarom, oh volk, opdat u kleine genade zult vinden in haar hand, licht als een veer.

4. En Lapondria groeide op tussen de apen der aarde, en ziet, zij volgden haar op de voet. En zij bedekte zichzelf met de slangen der dieptes, en offerde op de hoogtes. Zo werd zij dan tot de duisternis des Heeren.