Heraut van de Canon 4e Heraut v/d Canon 3 augustus 2010
 

Het Eeuwig Evangelie – Bijgeschrift

De Vierde Heraut van de Canon

1. En de Heere leidde Adam tot een stad en maakte hem koning, en gaf hem grote rijkdommen. En de Heere herschiep Adam in stof en zand, en maakte van hem een heerser. Want als een heerser der dieren was hij aangesteld. En de Heere stelde hem aan als de heerser over de zon, en sprak tot Adam dat zijn nageslacht talrijk zou zijn als de sterren. En de Heere gaf Adam stammen in Assur, en maakte hem tot een zuil in de tempel. En de ogen van het woud waren op Adam en maakten hem sterk, maar op een dag verbrak de Heere Adam door hem op zijn heup te slaan. En ook sloeg de Heere hem op zijn kaak en in zijn mond. En vanaf die dag was Adam een gebroken man, gevoelig voor de Geest van God. En Adam sprak in de taal des Heeren en gaf namen aan vissen, wateren en bomen, en ook aan de sterren des hemels. En God zegende Adam en zijn rijk rijkelijk. En de Heere schonk een vrouw aan Adam, genaamd Eva, moeder der levenden, en zij was als de bloem van het moeras. En de Heere kroonde haar met alle schoonheid der onderwerelden en hemelden, en met kostbare gesteentes. En de Heere zag dat Eva zeer schoon was, en noemde haar de rechtvaardige en gaf haar Zijn zwaard. Maar de Heere wis dat zij in latere dagen van Hem zou afvallen, om andere goden na te volgen en te aanbidden.

2. En de Heere bleef steden aan Adam schenken en maakte hem groot boven de sterren, maar ook van hem wist de Heere dat hij af zou vallen van de levende God, en als de doden zou worden, woest en verlaten. En de Heere gaf Adam een stok, en wanneer Adam die stok zou laten neervallen zou deze veranderen in een woeste hond, een slang, of een woest varken. En Adam werd een gevreesd heer. En de Heere maakte hem op om tegen Assur te prediken, en om een volk van profeten te vergaderen.

3. En in het begin der dagen waren er vele oorlogen onder de profeten en Adam werd een groot krijgsheer. De val van Adam, als woeste krijgsheer maakte het belangrijk dat er een tweede Adam zou komen, Jezus Christus. En Adam ging ten onder aan de weelderige afgoden van Assur, en pleegde overspel met voorname vrouwen. En door zijn val bereidde hij de weg voor Hem die komen zou.