Apokrieven/Bijgeschriften

De eerste bijbel bevat zo blijkt uit kerkgeschiedenis historisch onderzoek boeken die ten onrechte canoniek genoemd zijn. Er staan brieven en boeken tussen die qua inhoud wel aardig in de buurt kwamen van hoe God het bedoeld had maar in principe niet als het zuivere profetische woord aangemerkt kunnen worden en gewoon brieven hadden moeten blijven of geschiedenisboeken. De bijgeschriften en apocrieven van het Eeuwig Evangelie zoals de nieuwe Petrus, nieuwe Efeziers alsmede het gehele Eeuwig Evangelie zijn allereest voortgaande openbaring maar hebben ook een terugwerkende kracht naar het eerste ter vervanging, zuivering en transformatie. Het Eeuwig Evangelie is dus de Gezuiverde Bijbel, als de tweede maar kan tegelijkertijd dus ook als de eerste functioneren. Zo wordt uiteindelijk de tweede Jezus in dit proces getransformeerd tot de eerste Jezus als zijnde hoe God het werkelijk bedoeld had met terugwerkende kracht tot zuivering en voltooing. Het eeuwig evangelie heeft een canoniek hoofddeel (open natuurlijk), en dan zijn er nog apokrieven en bijgeschriften. De nieuwe Johannes zit in de open canon, terwijl de nieuwe Petrus en bv de nieuwe David enzo tot de apocrieven of bijgeschrift behoren. Maar ze behoren allemaal tot de gezuiverde, nieuwe Bijbel, het Eeuwig Evangelie. Zo kan het geheel nog verder doorgroeien en verder uitgebouwd worden tot een nog hogere transformatie.