Steen II De Rode Steen De Openbaring van de Rode Steen Deel V 4 maart 2009
 

1.

Vogelspin

1. Draden van de armoe gesponnen, dromen van het oer geweven, vanuit Brannan is het heil gekomen. Tot Lapsalvania is zij gekomen, tot Laprakod, de eerste veer. Vogelspin, je deed het weer, je trok hen allen tot de spoel, al die vervlogen jaren, nu zijn zij dan de koninklijke kostumen. Vogelspin, ik ken je daden, tot onder het grijze ben je gegaan, om zwart en wit te ontmoeten, je hebt daar geweven voor de koningin. In Santra, in Santra, zijn de dagen lang, en de kinderen volgen de spin. 2. Getrouw als zij zijn, voet voor voet, al in een lijn, tot kostelijke kronen, vogelspin je deed het weer. In Brannan deed het zeer, totdat ze tot Lapkrakod was gekomen. Esmeralda, derde fee, de feeenkoningin, oh vogelspin, weet dat ik haar bemin, ik ben de feeenprins. 3.Feeenkoning, maak in haar woning, een konijnenhuis is zij, zij maakt hen allen op tot trouw, vrouw Holle wacht in het avondraamkozijn, tot de ochtend dan haar gezicht bemint.

2.

Witte Roos

1. In een doodstrijd bevond ik mij, alles wat scherp en hard was plette mij, tot tederheid mij vond, ik was in liefde rood geworden, na de klap van haat. Witte roos, tederheid na de steek, zachtheid na de dood, in bitterheid waar ik bezweek, van armoe tot armoe ging ik, met klederen als een wespenvest, in Brannan vond ik heil. Witte roos, als het wespenvuur, steekt zo diep waar het zachte stroomt, onder het zachte ben ik nu, waar een baby woont, een roze veer, in tederheid verborgen en verworven, alles doet zeer. 2. Wie zegt het zachte is zonder pijn, die weet niet waar wij mee bezig zijn. In het diepe ongeluk is het zachte koning, maakte in Brannan woning. Witte roos, tederheid na de steek, zachtheid na de dood, in bitterheid waar ik bezweek, van armoe tot armoe ging ik, om dieper leed te vinden, oh zachtheid doet zo zeer, en ik wil alleen maar meer, ik wil alleen maar griezelen in dit huis van de witte roos, waar dingen gebeuren die ik niet kon verzinnen. 3. Is dit dan de uitweg uit een overgeerfd verstand, is dit dan de uitweg uit het harde gevoel, een veer raakte mij aan, voor het eerst voel ik mijn handen. Witte rozenspoel, waarom ben ik hier doorheen gegaan, van oer tot oer kom ik tot de zwart en witte vloer, tot het schaakspel onder de tijden, om alles te belijden dat wat jij deed naar mij. 4. Witte roos, tederheid na de steek, wonden veelvoudig gestoken, nu spiegelt het dan in de wind, al die gezichten die ik was vergeten.